Meer info
„Dit is een verslag van enkele jaren uit het leven van Quoyle, geboren in Brooklyn en opgegroeid in een reeks desolate stadjes in het noorden van de staat New Vork", luidt de openingszin van Scheepsberichten'. Het beschrijft de grillige levensloop van een onooglijke man „met een lichaam als een groot en vochtig brood", die als journalist bij een plaatselijk krantje in zijn levensonderhoud probeert te voorzien. Nadat zijn vrouw is verongelukt - het tragisch einde van een uitzichtloos en ongelukkig huwelijk - reist hij op aandringen van zijn tante met haar en zijn twee dochtertjes naar Newfoundland om er in het voorouderlijk huis 'Quoyle's Point' een nieuw leven te beginnen. Gestimuleerd door zijn voortvarende tante begint hij het volslagen verwaarloosde huis dat met staalkabels vastgezet is om het te verankeren tegen de onbarmhartige gesel van sneeuwstormen, regen en wind, op te knappen. Hij slaagt erin een baantje te krijgen als verslaggever voor de 'Gammy Bird', een streekblad met een ijzersterke formule: „ledere week zetten we een foto van een autowrak op de voorpagina, of we een wrak hebben of niet. Dat is onze gouden regel." Een collega is belast met de verhalen over seksueel misbruik: incest en SM-verhalen zijn naast de visserijberichten de hoofdmoot van de krant. De gesloten, stugge gemeenschap in Newfoundland en het onherbergzame klimaat vormen een stevige beproeving voor de onhandige Quoyle, maar met vallen en opstaan slaagt hij er uiteindelijk toch in zijn draai te vinden. Geconfronteerd met de reputatie van zijn voorouders: „Idioten waren het, door inteelt ontstane wilden, halve garen, moordenaars. Zeker de helft van hen deugde niet", begint hij zicht te krijgen op wat hem gemaakt heeft tot wat hij nu is, waardoor hij zichzelf leert accepteren en zich weet te wapenen tegen de vaak extreme condities van het Newfoundlandse klimaat en de sociale codes van die broeierige gemeenschap. Bijna vierhonderd pagina's lang giert de ijzige wind tussen de regels van 'Scheepsberichten' door. Met korte, elliptische zinnetjes - een vergelijking met de stijl van Cormack MacCarthy, een van haar favoriete auteurs, dringt zich op - weet Proulx de manier van denken en converseren van die geïsoleerde samenleving tot uitdrukking te brengen. Haar taalgebruik zit vol pakkende beelden die een situatie of personage haarscherp neerzetten. Over Quoyle's collega op de krant schrijft ze: „Gezicht als kwark waar een vork doorheen was gehaald." Veel hoofdstukken beginnen met de beschrijving van een scheepsknoop uit 'Het knopenboek van Ashley', en zetten daarmee de toon voor wat komen gaat: de Liefdesknoop, de Wurgknoop, de Slippende halve steek. Een ander terugkerend element zijn Quoyle's gedachten in de vorm van krantekoppen: 'Domme man opnieuw in de fout. 'Verslaggever likt hielen van redacteur'. Maar Proulx is op haar best als ze de verbeten strijd beschrijft die het individu vanuit zijn zelfgekozen isolement moet voeren om zich te verweren tegen de permanente dreiging van het natuurgeweld, een thema dat binnen de Amerikaanse literatuur op een lange traditie kan bogen. Zowel de heroïsche avonturenverhalen van Jack London als de meer contemplatieve overwegingen van Henri Thoreau vertonen het beeld van de mens die pas tot volledige zelfontplooiing komt in zijn confrontatie met de hem omringende natuur. Het isolement ten opzichte van de rest van de beschaving lijkt daarbij eerder een voorwaarde dan een handicap. Het wekt nauwelijks verbazing te lezen dat Annie Proulx zelf al jarenlang in haar eentje in een klein gehucht, diep verborgen in de bossen van Vermont woont. Dat zij haar huis eigenhandig heeft gebouwd en geniet van de vrijheid die het isolement haar biedt. Ik vermoed dat zij in de figuur van de enigszins excentrieke, maar ook zeer doortastende en niet kapot te krijgen tante van Quoyle aardig wat eigenschappen van zichzelf heeft verwerkt. De overweldigende ontvangst van 'Scheepsberichten' maakt het boek tot een fenomeen: de dreigende omgeving en de seksuele perversie die sluimert onder de oppervlakte van de geïsoleerde gemeenschap passen perfect in de traditie van de 'Gothic novel' die van meet af aan in Amerika een vruchtbare voedingsbode vond. Het individu dat tegen de verdrukking van de natuurlijke omgeving als persoonlijkheid groeit, is de welhaast ideale metafoor voor het land van de onbegrensde mogelijkheden. 'The great American novel' zal door zijn pretentie wel altijd een onbereikbaar ideaal blijven. Een roman als 'Scheepsberichten' komt in ieder geval dicht in de buurt. (Gertjan Vincent / Trouw)