Na de grote landbouwcrisis in de jaren tachtig van de 19de eeuw kwamen overal op het platteland nieuwe organisaties tot stand om het sociale en economische welzijn van de boeren te verbeteren. De Aartsdiocesane Boeren- en Tuindersbond werd in 1917 opgericht als bundeling van de katholieke boerenbonden in oost- en noord-Nederland. Samen met de zusterbonden in west- en zuid-Nederland vormde zij een hecht fundament van de roomse zuil. In 1995 besloot de ABTB echter samen te gaan met enkele niet-katholieke landbouworganisaties, waarna de bond werd opgeheven. Dit boek presenteert een wetenschappelijke geschiedschrijving van de ABTB, die past in de rij recente gedenkboeken over de zusterbonden NCB, LLTB en LTB. Met gevoel voor het eigene en het andere van de bond beschrijven de auteurs hoe de ABTB het geestelijke en stoffelijke welzijn van haar leden behartigde gedurende de stormachtige veranderingen die de bedrijfstak in deze eeuw doormaakte. Goedgekozen foto's bieden een mooie ondersteuning van de tekst. Bevat een opgave van bronnen en literatuur, alsmede een register.